Coronatherapeut deelt ervaring: “veel coronapatiënten hebben moeite met prikkels”
14 juli 2020
Door Arne van Hofwegen, hart-, vaat-, long-, en coronatherapeut
Angst, onzekerheid, overgevoeligheid voor geluid, licht of drukke ruimtes, cognitieve problemen; het zijn allemaal klachten van coronapatiënten die bij ons in de praktijk komen. Klachten waar weinig over gesproken wordt. Natuurlijk hebben de patiënten ook last van de in de literatuur beschreven klachten zoals vermoeidheid, benauwdheid, kortademigheid en een afgenomen conditie. Op basis van deze klachten worden patiënten naar ons verwezen.
Een groot deel van de patiënten die wij in de praktijk zien heeft de ziekte thuis doorgemaakt. Zij zijn vrij jong (30-55 jaar). Hoewel je daarmee verwacht dat het ziektebeloop minder ernstig is, valt het ons op dat het klachtenbeloop grillig en onvoorspelbaar is, en dat ze maanden na het doormaken van de aandoening nog steeds met veel klachten rondlopen. Met name de klachten omtrent cognitie en prikkelverwerking vielen ons op. Minimaal de helft van de patiënten die wij hebben gezien geeft aan overgevoelig te zijn voor externe prikkels. De volgende voorbeelden zijn genoemd.
Niet meer als bijrijder in de auto willen zitten vanwege een teveel aan prikkels.
Na 2 uur werken het eigen kluisje niet meer terugvinden.
Niet meer een uur voor de televisie kunnen zitten.
Intensievere beweegprikkels (en dan hebben we het nog niet over sporten) worden niet als aangenaam ervaren.
Moeite met langere gesprekken voeren.
In onze praktijk in Venlo werken we bij longpatiënten al lang samen met een ergotherapeut en logopediste. Dus ook voor de behandeling van coronapatiënten gingen we met elkaar in overleg. De ergotherapeut gaf aan dat de meeste van deze klachten liggen op het gebied van vestibulaire, visuele en auditieve prikkels. Zelfs geringe prikkels geven een dusdanige reactie dat de patiënten er echt van moeten bijkomen. Elke prikkel kan teveel zijn. Deze neurologische klachten deed ons denken aan het klachtenbeeld dat je soms na een hersenschudding of whiplash ziet. Deze klachten zijn zeer belemmerend. Het veroorzaakt veel onzekerheid bij patiënten en ze hebben moeite het te accepteren. Door het langzame herstel ontstaan ook weer psychische problemen waardoor deze neurologische klachten versterkt kunnen worden. Hoe ga je hier als zorgverlener mee om?
Behandelopties bij deze patiënten
In het KNGF-standpunt COVID-19 staat na zes weken de opbouw van conditie en kracht centraal. Deze klachten in de prikkelverwerking belemmeren echter de opbouw van conditie en kracht. Hoewel al onze patiënten de coronabesmetting in maart of april doormaakten is tot op heden met geen van de patiënten een training gestart. De reactie op overprikkeling was simpelweg te heftig. Een kwartier wandelen in een rustige omgeving is vaak al het maximaal haalbare. De fysiotherapie bij deze patiënten bestaat uit intensief telefonisch-/mailcontact om het beloop te monitoren, geruststelling en adviezen te
geven. Er wordt gezocht naar de ontspannende en belastende activiteiten, en samen met de patiënt kijken we of dat evenwicht verstoord is. Hierbij is het belangrijkste advies goed te letten op de eigen belastbaarheid en niet over grenzen te gaan. De nadruk ligt hierbij niet alleen op het bewaken van grenzen van fysieke inspanning maar ook op het bewaken van grenzen in het werkproces en in de thuissituatie. Bij de patiënten die we hebben gezien was er altijd sprake van overbelasting. De één wilde te snel weer aan het werk, de ander wilde fysiek te snel actief worden. Omdat de ergotherapeut specialist is op het gebied van energieverdeling hebben we patiënten hier actief naar verwezen.
De ergo heeft middels een vragenlijst bij de patiënten onderzocht welke prikkels overprikkeld en welke onderprikkeld zijn en ze heeft gekeken naar belasting en belastbaarheid. Wat gaat eraan vooraf? Waarom een bepaalde activiteit op een bepaalde tijd op de dag? Kan de dag anders ingedeeld worden? Waarom lezen in een drukke ruimte? Kun je thuis ook een andere ruimte gebruiken? De ergo traint vervolgens samen met de patiënt hoe om te gaan met prikkels, of hoe prikkels vermeden kunnen worden. De behandeling gaat met kleine stapjes, en geen enkele casus is hetzelfde. Advies op maat is hierin het sleutelwoord.
Omdat taalverwerking bij een gestoorde prikkelverwerking vaak langzamer gaat kan ook de logopedist een belangrijke rol spelen. Onder taal wordt zowel het begrijpen van taal als het schrijven en lezen bedoeld. Mensen geven aan dat ze tijdens een gesprek na enkele minuten al niet meer goed meekrijgen wat er gezegd wordt. Dit kan werkhervatting natuurlijk erg in de weg staan. De logopedist kijkt samen met de patiënt of er strategieën mogelijk zijn om de taalverwerking te verbeteren. Denk aan adviezen als het zoeken van een rustige omgeving, gesprekken goed voor te bereiden of te bekijken welk tijdstip het meest geschikt is. Daarnaast kan de logopedist ook bij geheugenproblemen alternatieven aanbieden waardoor onthouden makkelijker gaat.
Als multidisciplinair team zijn we via appcontact ervaringen aan het delen. De problematiek van prikkelverwerking viel ons op. Zoals beschreven bemoeilijkt het de therapie, maar de ergotherapeut kan hierin een belangrijke rol spelen. Voor ons als zorgverleners zijn er echter best nog veel vragen. Berusten de klachten op neurologische problematiek (zoals de smaak- en reukproblemen) of hangen de klachten meer samen met vermoeidheid en overbelasting? Op welk punt besluit je als fysiotherapeut om toch rustig te gaan trainen? Wat zijn de cijfers in Nederland als het gaat om deze symptomen? Allemaal vragen waar nog geen duidelijk antwoord op is. Wel is duidelijk is dat deze groep mensen gebaat is bij multidisciplinaire aanpak en kennisuitwisseling tussen zorgverleners.