Chronisch ZorgNet

Kwaliteitssysteem; Welke gegevens krijgen therapeuten teruggekoppeld?

27 november 2019

Door: Mickey Saes

 

 

Zoals in mijn vorige blog verteld, krijgen ClaudicatioNet therapeuten de door hen verzamelde data teruggekoppeld in hun eigen portfolio.

Maar, wat zien de therapeuten eigenlijk in het portfolio? En wat kunnen ze met deze specifieke informatie? In dit blog zal ik ingaan op de terugkoppeling van de loopafstand, gemeten met de loopbandtest. De resultaten van de loopbandtest worden in het portfolio van de therapeut weergegeven aan de hand van een figuur. Een voorbeeld hiervan, met fictieve data, staat hieronder weergegeven. Hierin zijn de eigen (van de ClaudicatioNet fysiotherapeut) en regionale cijfers (gemiddelden van de 10 dichtstbijzijnde ClaudicatioNet therapeuten) van de maximale loopafstand weergegeven.

In de figuur is zichtbaar dat regionaal de maximale loopafstand een grotere verbetering laat zien t.o.v. het eigen gemiddelde. De patiënten die onder behandeling zijn bij andere therapeuten in de regio lijken een grotere verbetering te laten zien t.o.v. de eigen cijfers. Wat zou dit verschil kunnen verklaren?

Mogelijk vullen deze collega therapeuten de behandeling op een andere manier in, met betere resultaten tot gevolg. Tijdens regionale bijeenkomsten hebben therapeuten de mogelijkheid om aan de hand van de resultaten te bespreken of er bijvoorbeeld verschillen bestaan in het stellen van doelen, scheppen van heldere verwachtingen, huiswerkopdrachten die worden meegegeven aan de patiënt, of de manier waarop patiënten een actievere leefstijl inbedden in het dagelijks leven. Al deze aspecten kunnen het behaalde resultaat beïnvloeden.

Door data te bespreken kunnen therapeuten elkaar tips geven m.b.t. de behandeling van patiënten met perifeer arterieel vaatlijden. Hierdoor kunnen ze gezamenlijk een bijdrage leveren aan het verbeteren van de zorg voor deze patiëntengroep. Volg al onze blogs via LinkedIn.

Terug naar overzicht